Genk

Genk

Situering

-------------------------------------------------------------

Inhuldiging

Het monument werd op 29September 2016 ingehuldigd door Juliette COLSON (dochter van Victor COLSON) en Marc BETRANDS

-------------------------------------------------------------

Slachtoffers

Adjudant Laurent BRAUNS, 1ste Sergeant Victor COLSON, Sergeant Walthèr LEROY en Korporaal Joseph JAUNASSE

-------------------------------------------------------------

Historisch

Bron 'Dans l'arène, ou les monstres d'acier avaient été terrassés'

Op maandag 27 april 1942 reden vijf ontmijners van Luik naar Hasselt: adjudant Laurent BRAUNS, eerste sergeant Victor COLSON, sergeant Walther LEROY, korporaal Joseph JAUNASSE en de soldaten Joseph MASSART en Joseph VERDIN. Zoals elke maandag hadden zij het onder elkaar hoe ze de zondag hadden doorgebracht. De oudste van de ploeg, adjudant Brauns, had in de Eerste Wereldoorlog aan het front gestreden. Ondanks zijn grijzende haren had hij een jeugdig uiterlijk behouden. Eerste sergeant Victor Colson was een levenslustige opgeschoten kerel van dertig jaar, gehuwd en vader van een gezin. Hij werd door zijn kameraden vriendschappelijk “Totor” genoemd. Leroy leek zijn tegenpool. De ernstige man, gehuwd en vader, maakte zich constant zorgen over hoe hij zijn familie heelhuids door de oorlog zou loodsen. Bij zijn toetreding tot de ontmijners was korporaal Jaunasse onmiddellijk geïntimideerd door de oorlogstuigen die zijn collega’s onder handen namen. Een voorgevoel kwelde hem, maar dat raakte hij kwijt toen zijn kameraad Colson hem verzekerde dat een kaartlegger hem had voorspeld dat hij zijn leven zou eindigen in zijn bed… Vier eenvoudige mensen, met hun eigen besognes en interesses, maar verenigd door hetzelfde beroep.

Die maandagmorgen nam de ploeg plaats in de groene Citroën-vrachtwagen, die bestuurd werd door Joseph Verdin. Nadat de streek van Waterschei enkele dagen voordien was gebombardeerd, had men DOVO, de Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen, gesignaleerd dat er in de buurt van de lokaliteit onontplofte explosieven lagen. Toen de mannen arriveerden, stelden zij vast dat het ging om een bom van 90 kilo. Ze onderzochten het tuig en ondervonden dat het zich niet zomaar liet ontmantelen. Daarom besloten ze het niet ter plekke onschadelijk te maken, maar het mee te nemen naar hun opslagplaats. Joseph Verdin, die perfect wist dat het gevaarte zonder schokken moest vervoerd worden, beval de bom zo voorzichtig mogelijk op een bed van stro in de vrachtwagen te leggen.

Adjudant Brauns en zijn ondergeschikten klommen nadien terug op de wagen en zetten koers naar Genk, waar een andere niet-ontplofte bom de vorige week was gedropt. Die vonden ze omstreeks halftwaalf. Nadat soldaat Massart er aanvankelijk niet in slaagde het slaghoedje op ‘veilig’ te zetten, besloot adjudant Brauns zelf de operatie te leiden. Omdat er spel zat op de detonator, leek het alsof dit toch een gemakkelijke ontmijning zou worden. Daarom besloot Brauns de bom onmiddellijk te deactiveren .

Een knielende sergeant Leroy gebruikte een hamer om het explosief los te schroeven. Tegelijkertijd zat adjudant Brauns schrijlings op de bom, op die kleine vulkaan, ingesloten in zijn stalen schild. Hij volgde de handelingen van Leroy. Vier meter verder maakten Colson en Jaunasse ontspannen een praatje. Joseph Verdin was achtergebleven bij de vrachtwagen, waarin Massart een extra sleutel kwam zoeken. Plots deed zich een geweldige ontploffing voor: Leroy en Brauns vlogen in de lucht; Colson, Jaunasse en twee Duitse bewakers werden neergebliksemd en Verdin liep zware kwetsuren op, terwijl de vrachtwagen in stukken werd gereten. Massart, die zich achter de camion bevond, kwam er het best van af: “Mijn rechterhand was geperforeerd door scherven; een stuk staal stak in mijn borstholte. Ik liep naar het dichtstbij gelegen gebouw (het Sint-Jan Berchmanscollege), waar ik de eerste zorgen kreeg.”’

Bron

27 April 1942. De Duiste militaire overheid had de Belgische militairen opgevorderd om niet-ontplofte bommen te ontmantelen die in september 1941 gevonden waren in de buurt van de Bret. Onder bewaking van Duiste wachten die bezig waren met deze gevaarlijke karwei.

De gevonden bom lap op een onbebouwd terrien, ongeveer 30 m. verwijderd van het kruispunt van de Reinpadstraat met de Sint-Lodewijkstraat. De ontstekingskop moet beschadigd zijn geweest, want Sgt Walther LEROY vroeg aan Sgt Joseph MASSART om een speciale sleutel te gaan halen in de vrachtwagen, die iets verderop stond. Deze opdracht redde het leven van MASSART, want terwijl hij zich naar de vrachtwagen repte, deed er zich een zware ontploffing voor. Vier ontmijners werden totaal verminkt en overleden ter plaatse.

Men verondersteld dat Adjt Laurent BRAUNS een andere (en verkeerde) sleutel gebruikte om de bom te ontmantelen. De juiste toedracht zal nooit gekend worden.

Vier Belgische militairen lieten in Genk het leven:

Adjt Laurent BRAUNS uit Bois-deBreux

1Sgt Victor COLSON uit Luik

Sgt Walther LEROY uit Visé

Kpl Joseph JAUNASSE uit Bois-de-Breux

Twee andere militairen werden gewond:

Sgt Jospeh MASSART

Cpl Joseph VERDIN (hij bestuurde de vachtwagen)

Daarnaast liepen vijf Duitse militairen lichte verwondingen op. Het voorval veroorzaakte grote beroering in het Genkse, maar meer nog in het Luikse.

-------------------------------------------------------------

Artikels

web versie: Als een dief in de nacht

  • Brochure "Als een dief in de nacht"
  • ------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------- -------------------------------------------------------------